- bidden
- {{bidden}}{{/term}}I 〈onovergankelijk, overgankelijk werkwoord〉1 [zich richten tot God] pray ⇒ 〈onovergankelijk werkwoord ook〉 say one's prayers2 [smeken] pray♦voorbeelden:1 〈rooms-katholiek〉 de rozenkrans bidden • say the rosaryvandaag wordt er gebeden voor de overledenen • today prayers are offered for the deadbidden voor/na het eten • say grace2 〈met zwak voltooid deelwoord〉 ik heb gebid en gesmeekt om medewerking • I have begged and pleaded for cooperationwat ik u bidden mag • I pray youom een gunst bidden • beg a favorII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [met betrekking tot vogels] hover
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.